Het coronatoegangsbewijs (CTB) heeft er de afgelopen maanden voor gezorgd dat de culturele en creatieve sector weer kan programmeren, presenteren en daarmee ademen. Het publiek is niet massaal in één keer teruggekomen, maar stap voor stap lijkt men te wennen aan deze nieuwe – tijdelijke – realiteit.
Herintroductie van de 1,5 meter maatregel, een verplichte zitplaats en aanscherping van groepsgrootte bij culturele instellingen zorgen niet alleen voor onzekerheid in programmering en financiën: ook ondergraven deze aanvullende beperkende maatregelen het draagvlak voor én de naleving van het CTB-bewijs. Vroege sluitingstijden maken programma en presentatie in de avond bovendien onmogelijk. Kortom: aanvullende beperkende maatregelen zouden vele culturele en creatieve organisaties wederom tot stilstand brengen, terwijl de toepassing van het CTB-bewijs juist daar op dit moment op grote schaal en zorgvuldig gebeurt.
De culturele en creatieve sector heeft vanaf de testfase van het CTB-bewijs meegewerkt aan de invoering en naleving ervan. Basismaatregelen zijn sinds het uitbreken van de pandemie volledig en gedegen in acht genomen, luchtverversing heeft de volle aandacht gekregen en protocollen worden nauwlettend gevolgd. Dat heeft ertoe geleid dat bij activiteiten binnen de culturele en creatieve sector de verspreiding van het virus goeddeels is voorkomen. Nieuwe restricties zijn binnen de sector niet nodig en zorgen, wederom, voor programmatische en financiële wanhoop bij artiesten, kunstenaars, podia, musea, producenten, monumenten en festivals.
Aanvullende beperkende maatregelen dienen effectief, proportioneel en passend te zijn. De Taskforce culturele en creatieve sector pleit dan ook voor gerichte, intelligente, maatregelen in specifieke regio’s en bij doelgroepen waar aantoonbaar veel besmettingen zijn. Voor oudere en kwetsbare bevolkingsgroepen moet de zogenaamde ‘boosterprik’ naar voren worden gehaald.