Minister Bussemaker werkt aan betere samenwerking met de lagere overheden en wil de cultuurnotaprocedure stroomlijnen. Behaalde resultaten in het verleden worden beter meegewogen. De instellingen zelf krijgen een grotere rol in de procedure. Kunsten ’92 is blij met deze voorstellen.
Het stelsel zelf is echter door alle bezuinigingen en verschuivingen op een aantal punten verzwakt, met name doordat veel instellingen zijn overgeheveld naar fondsen met daarbij forse budgetkortingen. Kunsten ’92 verwacht dat de echte gevolgen pas in 2015 zichtbaar worden. Teveel instellingen die een kernfunctie vervullen in het stelsel hebben een te wankele financiële basis, die bestaat uit projectfinancieringen van fondsen en gemeenten. Daar zijn aanpassingen nodig en waar mogelijk op zo kort mogelijke termijn.
Voor talentontwikkeling, niet alleen voor podiumkunsten (zoals in de brief van Bussemaker), maar voor de hele sector (met name ook beeldende kunst en nieuwe media), pleit Kunsten ’92 voor een landelijke aanpak in samenwerking met de lagere overheden en de culturele sector.
De brede visie, die de minister uitdraagt in ‘Cultuur beweegt’ ontbreekt in deze brief. Een vitaal en vernieuwend cultuurbeleid is een belangrijke pijler onder de zo gewenste nieuwe, duurzame kennis- en creatieve economie en de veranderingen die daarmee gepaard gaan. Dat vraagt ook een bereidheid van de minister en de Tweede Kamer om het cultuurstelsel 2017-2020 in een bredere context te bezien, bijvoorbeeld de samenhang tussen het gesubsidieerde en niet gesubsidieerde, en de cross-overs met andere sectoren.
Lees hier de Reactie Kunsten 92 op stelselbrief minister Bussemaker nov 2013
Lees ook (waar wij in brief naar verwijzen): Mijn idee voor Nederland Jan Zoet