Reactie Kunsten ’92 op ‘nader’ advies Raad voor Cultuur.
Donderdagmiddag 19 juni 2008 presenteerde de Raad voor Cultuur haar ‘nader’ advies over de Basisinfrastructuur. Om binnen het beschikbare budgettaire kader te blijven kiest de Raad voor de in zijn ogen minst slechte optie: het continueren van de subsidiering van instellingen op basis van de oude budgetten en de eerder geadviseerde verhogingen terug te draaien. Dat betekent naar de mening van de Raad dat er geen noodzakelijke basisinfrastructuur ontstaat. Hieronder vindt u het persbericht van Kunsten ’92 over het advies van de Raad voor Cultuur.
PERSBERICHT
Raad voor Cultuur verwijst minister terug naar advies van 4 jaar geleden:
MINISTER PLASTERK DREIGT REGIE OVER EIGEN BELEID TE VERLIEZEN
Het aanvullend advies van de Raad voor Cultuur maakt pijnlijk duidelijk dat minister Plasterk van OCW hard op weg is flinke schade aan te brengen aan de kunstensector. Wanneer de minister vasthoudt aan zijn voornemen de adviezen voor de basisinfrastructuur van de Raad naast zich neer te leggen, kunnen zijn eigen ambities niet worden gerealiseerd. In de nota Kunst van leven (juni 2007) formuleert Plasterk sterke uitgangspunten voor nieuw beleid en schetst hij fraaie vergezichten. Van de ‘producerende’ kunstinstellingen wordt veel verlangd, zo niet geëist. Maar als door de Raad voor Cultuur de voor de hand liggende conclusie wordt getrokken dat realisering van deze plannen ook geld kost, geeft de minister niet thuis.
De Raad stelt in zijn aanvullend advies op verzoek van de minister vast dat wanneer zijn eerder uitgebracht advies niet wordt opgevolgd de plannen van de minister niet onverkort kunnen worden uitgevoerd. Noodgedwongen kiest de Raad voor het terugplaatsen van de positief beoordeelde instellingen op hun ‘historisch budget’ als ‘minst schadelijke’ variant. Dat betekent voor vrijwel alle instellingen dat zij met minder middelen toe moeten in de komende cultuurplanperiode. Er ontstaat geen ruimte om belangrijke ambities van de politiek mogelijk te maken, ambities die door de sector worden gedeeld. Voor de kunstwereld, die zoveel potentie heeft in culturele, economische en maatschappelijke zin, is dat een dramatische boodschap. Minister Plasterk luistert onvoldoende naar zijn eigen adviesorgaan en dreigt daarmee de regie over zijn eigen beleid te verliezen.
OUD BELEID VOOR MINDER GELD
Voor de podiumkunstgezelschappen, productiehuizen, jeugdgezelschappen, festivals en andere cultuurproducerende instellingen in de basisinfrastructuur geldt dat zij allen geconfronteerd worden met een dubbele korting. Naast de terugloop van het huidige budget krijgen zij vanaf volgend jaar te maken met generieke kortingen (1.7% in 2009 en 3,4% vanaf 2010) en hogere inkomsteneisen. De kans dat investeringsimpulsen die daartegenover staan nog hout snijden is in deze context op zijn zachtst gezegd onwaarschijnlijk.
OPROEP AAN DE MINISTER
Minister Plasterk heeft in zijn beleidsnota blijk gegeven van een grote betrokkenheid bij de culturele sector en van het besef dat deze sector met relatief weinig middelen heel veel kan betekenen voor onze samenleving. Wij rekenen erop dat de minister zijn eigen beleid serieus neemt en de sector in staat stelt de beleidsvoornemens en intenties van Kunst van leven waar te maken. Kunsten ’92 doet een oproep aan de minister om de Tweede Kamer vóór het kamerdebat op 26 juni opheldering te geven over de manier waarop hij het tij denkt te keren.
Stimulering van innovatie, excellentie, ondernemerschap en participatie worden door de minister terecht genoemd als voorwaarden voor een sterke cultuursector. Enige kost mag dan wel voor de baat uitgaan. De schade aan de samenleving die met een Rijksbegrotingspost van nog geen 0.5% kan worden aangericht is fors. Te fors, in culturele, maatschappelijke en economische zin. Nog minder voor toch al te weinig moet worden voorkomen.
–Einde Persbericht–