Data:
26 mei – Conferentie over de Toekomst van Nederland
7 juni 16.00 Den Haag – Presentatie verkiezingsprogramma
30 juni Utrecht – Partijcongres, oa vaststelling kandidatenlijst en vaststelling verkiezingsprogramma
Programmacommissie:
Voorzitter: Marco Florijn, wethouder in Rotterdam.
De commissie bestaat verder uit (politiek leider en lijsttrekker) Diederik Samsom, (partijvoorzitter) Hans Spekman, (kamerlid) Jeroen Dijsselbloem, (internationaal secretaris van het partijbestuur) Kirsten Meijer, (directeur van de Wiardi Beckman Stichting) Monika Sie en (gemeenteraadslid uit Venlo) Vera Tax. Saskia Stuiveling, president Algemene Rekenkamer, is adviseur van de commissie.
——————————————————————————-
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2012 Nederland sterker en socialer
Kunst en cultuur is van ons allemaal!
Nederland is groot in kunst en cultuur. Dutch Design, mode en moderne architectuur veroverden en veroveren de wereld. Onze musea, monumenten, landschappen en molens trekken grote aantallen toeristen.Beeldende kunst, dans, opera, orkesten maar zeker ook onze DJ’s en films van eigen bodem, behoren tot de absolute wereldtop. Dat biedt geweldige mogelijkheden tot leren en begrijpen, tot verheffen en ontplooien. Ook de economische betekenis van de culturele sector is onomstreden, met grote aantallen bezoekers uit eigen land en van daarbuiten.
Cultuurinstellingen horen aangesloten te zijn bij de samenleving. Ze moeten, net als kunstenaars zelf, een eigen publiek zoeken en nieuwe groepen interesseren voor hun werk. Ze moeten in principe zelf hun geld verdienen. Maar er moet ook ruimte blijven voor talentontwikkeling en experiment. Daarom is een actieve overheidspolitiek op het gebied van kunst en cultuur van cruciaal belang, met als doel: kwaliteit, een degelijke infrastructuur, een brede basis, een sterke top, talentontwikkeling, voldoende spreiding, bevordering van internationale samenwerking, en waar nodig de ondersteuning van nieuwe ontwikkelingen.
De Nederlandse popcultuur, de jongste en meest dynamische sector in de cultuur, bloeit op alle fronten. Popmuziek is, in allerlei verschijningsvormen, een exportproduct geworden. De popsector is een toonbeeld van ondernemerschap in de cultuursectoren. Talent moet zich kunnen blijven presenteren (op podia) en zich optimaal kunnen ontwikkelen bij instellingen die onderdeel zijn van de culturele basisinfrastructuur of toegang hebben tot het Fonds Podiumkunsten. Op die manier kan het cultuurbeleid een platform bieden waarop ook nieuwe, artistiek innovatieve groepen en genres zich kunnen ontwikkelen en presenteren.
1. Cultuur toegankelijk voor iedereen
De cultuursector voelt de gevolgen van een overheid die zich te snel terugtrekt omwille van bezuinigen keihard. Daar komt de BTW-verhoging nog eens bovenop. Hierdoor zullen minder mensen naar theater en naar festivals gaan en minder bedrijven zullen beeldende kunst aanschaffen of huren. Om de creatieve motor draaiende te houden is betrokkenheid en visie van de overheid nodig. Culturele instellingen moeten hun inspanningen opvoeren om het publiek aan zich te binden en nieuwe groepen te betrekken bij hun werk. Instellingen die meer eigen inkomsten verwerven, hebben recht op beloning. We blijven in ons cultuurbeleid streven naar brede toegankelijkheid.
Dit gaan we doen:
• De PvdA wil de BTW-verhoging voor podium- en beeldende kunsten definitief terugdraaien.
• De PvdA wil de Cultuurkaart voor jongeren blijven ondersteunen.
• De PvdA wil het Fonds voor de Podiumkunsten en cultuureducatie extra ondersteunen.
– Het Jeugdcultuurfonds moet landelijk en lokaal actief worden gesteund. Dit fonds zorgt ervoor dat kinderen die in armoede leven toch de gelegenheid krijgen om mee te doen met bijvoorbeeld balletles of muziekles.
-Steeds meer kunstenaars voorzien met hun werk in hun eigen inkomen. Wanneer dat tijdelijk niet lukt, kan een beroep worden gedaan op het Bijstandsbesluit Zelfstandigen.
-Cultureel ondernemerschap vraagt nieuwe vormen van vraaggestuurde financiering, bijvoorbeeld ‘crowdfunding’, geldinzameling via netwerken van burgers. Hiervoor komt een duidelijk en juridisch en fiscaal kader.
• Gesubsidieerde culturele instellingen gebruiken de code culturele diversiteit.
• Onze uitstekende naam in de kunsten en design heeft een gunstig effect op de buitenlandse handelscontacten en het toerisme in ons land. Om het culturele imago van Nederland over de grens te versterken, is een strakkere regie op het internationale cultuurbeleid nodig.
2. Cultuur begint op school
Onderwijs in kunst en cultuur heeft een enorme betekenis voor de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Voor zowel het leervermogen als de sociale en emotionele ontwikkeling. Cultuureducatie heeft bovendien grote maatschappelijke betekenis: door de overdracht van ons culturele erfgoed weten we waar we vandaan komen. Dat biedt een basis voor ontmoeting tussen verschillende culturen.
Cultuureducatie betekent ook: actief zelf leren deelnemen aan cultuur, het prikkelen van nieuwsgierigheid en experimenteren. Het samen muziek spelen is daarvan een voorbeeld.
Kunstenaars en culturele instellingen kunnen door diverse vormen van samenwerking een impuls geven aan het kunst- en cultuuronderwijs. Cultuureducatie kan alleen succesvol en betaalbaar zijn als de gesubsidieerde culturele instellingen hier mede verantwoordelijk voor zijn.
Dit gaan we doen:
• Om het educatienetwerk beter en efficiënter voor elkaar te krijgen moet de overheid samen met provincies en gemeenten een visie ontwikkelen op cultuureducatie.
• Onderwijs en cultuur moeten samenwerken voor een goede structuur van educatie (binnen- en buitenschools) in het basis- en middelbaar- onderwijs.
• De overheid moet een gedeelte van de subsidie aan culturele instellingen oormerken voor educatie doeleinden in relatie tot de basisscholen.
• Alle gesubsidieerde culturele instellingen (theaters, musea etcetera) moeten educatie als een van hun kerntaken opnemen.
3. Mediabeleid en internetbeleid
Media informeren, vermaken en verbinden. Het is voor elke democratische samenleving van groot belang dat er een divers media-aanbod bestaat. Media veranderen. We willen het nieuws zien of lezen als het zich voordoet, niet pas ’s avonds op het Journaal of de volgende ochtend in de krant. Vrije onbelemmerde toegang tot het internet is voor de PvdA een burgerrecht. Samen met andere partijen zorgden we ervoor dat dat recht in de wet verankerd werd, zodat providers geen websites of applicaties mogen blokkeren of vertragen. Ook is geregeld dat je internetverbinding niet zomaar mag worden afgesloten. Dat past ook bij de koppositie van Nederland in de internetwereld.
Dit gaan we doen:
• Een onafhankelijke, brede publieke omroep is voor onze pluriforme samenleving van groot belang. De publieke omroep draagt bij aan publieke waarden. Zij informeert ons allemaal over wat er in de samenleving gebeurt. Veel bekeken evenementen zoals bijvoorbeeld het EK voetbal mogen niet achter een decoder verdwijnen. De ingezette samenwerking tussen de omroepen moet worden doorgezet. De publieke omroep moet ook op internet haar publieke rol als onafhankelijke nieuwsaanbieder kunnen vervullen.
• Wij willen dat de regionale omroepen, zoals Omrop Fryslân, L1 of Omroep Brabant behouden blijven en niet opgaan in de landelijke publieke omroep zoals het Kabinet wil.
• Via de zogenaamde universele dienst, krijgt iedereen recht op een supersnelle internetverbinding.
• De PvdA wil het internet vrijhouden. Daarom stemden we ook tegen het ACTA-verdrag. We gaan we ons inspannen voor een moderner auteursrecht. Het sluit niet meer aan bij de gedigitaliseerde maatschappij. Repressieve maatregelen tegen burgers zijn geen oplossing. Geen downloadverbod, maar onderzoek naar nieuwe betaal- en distributiemodellen voor artiesten. Het stimuleren van cultuur gaat boven het vervolgen van gewone mensen. Het blokkeren van websites hoort daar dus niet bij.