Na de Tweede Wereldoorlog trok de Nederlandse overheid geld uit voor huisvesting, onderwijs en infrastructuur. Er kwamen sociale voorzieningen. En we investeerden in kunst, hetgeen zijn vruchten heeft afgeworpen. Of het nu om opera, beeldende kunst, architectuur of toneel gaat, we vieren onze internationale successen. We staan in de top 5 van de meest innovatieve samenlevingen ter wereld. Maar we zien ook dat de culturele infrastructuur, die decennialang deze topkwaliteit heeft kunnen voortbrengen, brozer wordt. Wat gaan wij daaraan doen en wat verwachten we van de politiek? We bevinden ons in een periode waarin het bij uitstek relevant is om over deze punten met de politiek in gesprek te gaan. Niet alleen omdat een nieuwe cultuurperiode van start gaat (2017 – 2020), ook omdat in Nederland de Tweede Kamerverkiezingen naderen en de politieke partijen nu hun verkiezingsprogramma’s aan het schrijven zijn. Aanleiding voor Kunsten ’92 om deze tweedelige publicatie uit te geven.
Met Cultuur werkt voor Nederland. Cultuuragenda voor morgen en overmorgen vraagt Kunsten ’92 aan de hand van 5 agendapunten serieuze aandacht voor kunst, cultuur en cultuurbehoud in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen. Investeren in cultuur = Investeren in de Toekomst biedt een breder perspectief. De bijdrage van Robbert Dijkgraaf en interviews met gevestigde kunstenaars illustreren waarom investeren in cultuur loont. U kunt de tweedelige publicatie hierboven digitaal bekijken of hier downloaden (pdf).