In deze brochure vijf aanbevelingen voor effectiever kunst en cultuurbeleid. Dit document is bedoeld als een oproep aan de politiek het belang van kunst en cultuur te bezien in een brede visie op de toekomst en te voorkomen dat bezuinigen onze sector onevenredig hard zullen treffen. Onderaan de pagina is het opgemaakte PDF-bestand te downloaden. Voor verdere verspreiding zijn exemplaren op te vragen door een mail te sturen aan info@kunsten92.nl
In de afgelopen decennia is door overheden veel geïnvesteerd in cultuurbeleid. En terecht: kunst en cultuur leggen Nederland geen windeieren. In veel opzichten zijn ze zelfs essentieel voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling.
Kunst en cultuur stimuleren de economie
Gemeenten die veel aandacht besteden aan kunst en cultuur zijn veel aantrekkelijker dan gemeenten waar minder te beleven valt. Mensen genieten intens van cultuur. Zij hebben (meer) geld over voor wonen in een plaats met veel cultuur: in een wijk die niet alleen veilig, maar ook mooi en uitdagend is. Bedrijven vestigen zich daar waar hun medewerkers graag willen wonen. Daarnaast genereren culturele instellingen zelf ook veel bedrijvigheid en daardoor werkgelegenheid, bijvoorbeeld in de creatieve sector, bij toeleveringsbedrijven, de toeristenbranche en de horeca. De aanwezigheid van kunst en cultuur heeft daarom langdurig positieve effecten op de plaatselijke economie en het leefklimaat. Cultuur is zo een van de knoppen waaraan beleidsmakers kunnen draaien om de economie te bevorderen.
Kunst en cultuur bevorderen sociale cohesie
Kunst en cultuur geven vorm aan ons gezamenlijk verleden. Ze verwoorden en verbeelden de waarden van onze democratische identiteit. Huizen, straten en pleinen met monumentale allure en een indrukwekkend vormgegeven inrichting maken mensen trots op de eigen buurt en stad. Popconcert, expositie, koorvereniging of harmonie nodigen mensen uit elkaar op te zoeken in een theater- of museumzaal, in een repetitielokaal of op een festivalterrein. Door in aanraking te komen met kunst en cultuur komen meer talenten uit verschillende culturen tot bloei. Talenten die we in de toekomst hard nodig hebben.
Kunst en cultuur zijn van en voor iedereen en bevorderen creatief talent
Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking zingt, schildert, danst, speelt toneel, fotografeert of filmt, schrijft verhalen en gedichten. Meer dan 60% bezoekt tenminste drie keer per jaar een voorstelling of concert, een museum of tentoonstelling. Bijna alle jongeren en zeer veel volwassenen bezoeken regelmatig een bibliotheek. 100% Van de Nederlanders geniet van muziek, theater en film op radio, cd, dvd of internet en 80% leest verhalen en romans. Kunst en cultuur zijn van en voor iedereen. Maar als een instituut als de muziekschool wegvalt, zullen alleen kinderen uit de culturele bovenlaag toegang houden tot deze vorm van kunstbeleving. Alle kinderen vroeg in aanraking brengen met kunst levert uiteindelijk een slimmere, creatievere bevolking op. En met creatief talent kunnen we morgen ons voordeel doen.
Kunst en cultuur zijn een publieke zaak
In een tijd waarin de media en beeldcultuur zo centraal staan is de publieke taak van de overheid hierin meer dan ooit van belang. Brede toegang tot media, kunst en cultuur en goed onderwijs daarin, zijn een voorwaarde voor de ontwikkeling van de democratie. Het zijn de overheden die (inter)nationale topkwaliteit, innovatie, brede toegankelijkheid en ontwikkeling van talent kunnen garanderen.
VIJF AANBEVELINGEN VOOR EFFECTIEVER CULTUURBELEID
Toekomstgericht overheidsbeleid kan niet zonder continu en gedegen kunst- en cultuurbeleid. Daarom doen wij een dringend beroep op de politieke partijen het belang van kunst en cultuur te bezien in een brede visie op de toekomst en te voorkomen dat eventuele bezuinigingen deze sectoren onevenredig hard zullen treffen. Daarbij zijn de volgende zaken van groot belang:
1. Investeren in kinderen en jongeren
Beoefening van kunst en cultuur geeft mensen wortels en draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling. Daarmee is ook een groot sociaal en economisch belang gediend: het versterkt de maatschappelijke betrokkenheid, de ontwikkeling van buurten en het leerklimaat op scholen. Kinderen en jongeren moeten de kans krijgen om zich creatief te kunnen ontwikkelen. Daarvoor is goed, laagdrempelig en betaalbaar cultuuronderwijs nodig. Dat begint bij de basisscholen: zij kunnen samenwerken met kunstenaars, kunstinstellingen, centra voor kunsteducatie en bibliotheken, maar ook met kunsthogescholen voor verdere ontwikkeling van opvallend creatief talent. Gedegen kunst- en cultuureducatie op scholen en lerarenopleidingen vraagt om een langetermijnbeleid en een structurele financiering. Weg met potjes en projectjes, op naar een sluitende aanpak die door alle overheden gedragen wordt.
2. Kunst en cultuur benutten voor innovatie
Nederland staat de komende periode voor grote maatschappelijke opgaven. Ruimtelijke kwesties, zoals de verdichting, wegenaanleg, waterbeheersing en demografische krimp. Maar ook voor een economische omslag: de beschikbaarheid van kennis en creativiteit bepaalt steeds meer onze concurrentiepositie. De koppeling van creativiteit en innovatie aan bedrijven biedt hierin grote kansen. De Nederlandse creatieve industrie is niet voor niets aangewezen als sleutelgebied. Op gebieden als mode, design en games wordt al intensief samengewerkt met industrie om de export te bevorderen. Maar er is nog veel verbreding en verdieping mogelijk: denk aan branches als film, beeldende kunst en muziek, en aan versterking van de kenniseconomie door digitale ontsluiting van bibliotheken, archieven en collecties. Nederland kan het zich niet permitteren zijn koppositie op deze economisch cruciale terreinen te verliezen.
3. Terug naar de werkvloer: kunst en cultuur de ruimte geven
Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen scheppen in hoog tempo nieuwe mogelijkheden voor cultuur en maatschappij. De kunst verlaat steeds vaker podium en museum; media spelen een belangrijke rol in alle disciplines. Helaas blijft het rijksbeleid nogal eens steken in verkokering. Te vaak zet men een nieuw programma of instituut op, in plaats van verbindingen te leggen met de bestaande disciplines. Ook bemoeit de overheid zich te veel met details, zoals de vestigingsplaats van een museum. Culturele instellingen hebben vrijheid en ruimte nodig om hun functie in het culturele bestel uit te oefenen en te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Cultureel ondernemerschap is een goede zaak. Maar het opschroeven van de verdiensten kan haaks staan op maatschappelijk bereik, onafhankelijkheid, kwaliteit, productinnovatie en de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen. Een te simpele kosten-batenanalyse smoort kansrijke initiatieven in de kiem en werkt contraproductief voor gedane maatschappelijke investeringen.
4. Het ondernemend vermogen van makers gebruiken
Het is een misvatting dat kunst alleen van subsidie leeft. Kunstenaars hebben vaak meerdere banen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Weinig sectoren zijn zo ondernemend als de creatieve sector. Bijna nergens vind je zoveel goed opgeleide, gedreven mensen die bereid zijn om voor een grijpstuiver steeds hoge kwaliteit te leveren. De overheid wenst van makers steeds meer cultureel ondernemerschap, maar dat moet wel mogelijk gemaakt worden. Kunstenaars, ontwerpers en journalisten, de makers van de ‘content’ voor de creatieve en kenniseconomie, zijn momenteel ondergeschikt aan producenten en distributeurs. Beter auteurscontractenrecht en opdrachtenbeleid zou helpen, net als een passende beloning voor de makers. Verder blijven beurzen en stipendia nodig, zodat kunstenaars zich op hun vak kunnen toeleggen en zich kunnen meten met de internationale top. Tenslotte verdient de versterking van de positie van zzp-ers in de cultuursector politieke aandacht.
5. Het verleden een toekomst geven
Cultureel erfgoed is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse culturele identiteit en een bron van kennis over het verleden. De waardering voor erfgoed bij het publiek is de afgelopen jaren flink gegroeid en ligt ook internationaal op een hoog niveau. Alle erfgoedsectoren werken aan verdere vergroting van het publieksbereik door continue investeringen in vernieuwing van hun aanbod, marketing, educatie en digitalisering. Hierin valt nog verdere winst te behalen. Daarnaast is stevige regie nodig op het totale erfgoedbestel. Dat is een verantwoordelijkheid van de rijksoverheid.