8 mei 2018

Aanbevelingen Arbeidsmarkt aan minister van Engelshoven

De Regiegroep Arbeidsmarktagenda voor de culturele en creatieve sector heeft aan de minister van OCW een brief gestuurd over de voortgang en het vervolg van de Arbeidsmarktagenda. In de brief staat aan welke agendapunten nu wordt gewerkt en wat reeds behaalde resultaten in 2018 zijn. De Regiegroep geeft ook aan welke investeringen ná dit jaar en in de volgende cultuurnotaperiode nodig zijn om de Arbeidsmarktagenda voor de culturele en creatieve sector goed uit te voeren en dus de culturele arbeidsmarkt te versterken. De minister kan vervolgens de Tweede Kamer informeren.

Vooraf
Inleidend stelt de Regiegroep vast dat de cultuursector, met de uitvoering van de Arbeidsmarktagenda, zelf de verantwoordelijkheid neemt voor de culturele arbeidsmarkt. Maar zij ziet ook een grote verantwoordelijkheid voor de overheden en de rijksoverheid in het bijzonder. Een dergelijk proces vergt tijd, vraagt veel kleine stappen en er zijn kosten mee gemoeid. Het is ook een veranderagenda.

De Arbeidsmarktagenda in 2018
Op dit moment geeft de sector uitvoering aan de ruim 20 agendapunten van de Arbeidsmarktagenda. De Regiegroep heeft de taak om de voortgang en samenhang te bewaken. De agendapunten zijn verdeeld over diverse aanjagers. Zo is de betrokkenheid van de sector vergroot en is de kans op realisatie versterkt. In de brief staan ook de concrete uitkomsten of tussenstappen die in 2018 zijn behaald. Klik hier voor de Arbeidsmarktagenda met alle agendapunten en hun aanjagers.

De Arbeidsmarktagenda vanaf 2019
Hoewel op dit moment vol enthousiasme aan de agendapunten wordt gewerkt, voorziet de Regiegroep niet dat de agenda al in 2018 zal zijn uitgevoerd. Het gewenste resultaat kan worden behaald indien de minister de uitvoering van de Arbeidsmarktagenda met middelen en beleidssteun blijft faciliteren, ook na 2020 (de nieuwe cultuurnotaperiode). Een pleidooi dus om nu gezamenlijk een zo goed mogelijke basis te leggen voor de nieuwe cultuurnotaperiode èn om structurele middelen te reserveren in die nieuwe periode. De minister kan hierop vooruitlopen door in 2019 en 2020 incidentele middelen beschikbaar te stellen.

Een greep uit de aanbevelingen en voorstellen aan de minister
*Verhoog het budget voor de BIS-instellingen met inbegrip van de fondsen ten gunste van arbeidsmarktaspecten, waaronder een verbeterde Fair Practice. De Regiegroep geeft voor deze budgetverhoging als richtlijn vijf procent mee.
*Leg voor scholing al in 2020 een eenmalige bodem in fondsvorming.
*Neem de prestatie-eisen en subsidievoorwaarden onder de loep en pas deze aan waar ze een belemmering voor ‘Fair Practice’ kunnen zijn. (Hier heeft de minister reeds een begin mee gemaakt).
*Zet in aanloop naar 2021 de experimentele regelingen honoraria Mondriaan Fonds en FPK voort, en vertaal deze regelingen vanaf 2021 in structureel beleid.
*Stel de Arbeidsmarktagenda aan de orde in gesprekken met decentrale overheden: de provincies en gemeenten.
*Realiseer alle financiële inspanningen voor versterking van de culturele en creatieve sector niet uitsluitend uit de cultuurbegroting en houdt ook rekening met het feit dat het niet alleen om de gesubsidieerde sector gaat. Denk aan innovatiesubsidies van EZK, actief toezicht op naleving auteursrechten door J&V, een toegespitste regeling voor sociaal beleid en werkgelegenheidsbeleid door SZW.

De financiële consequenties worden in de brief uitgewerkt.

Lees hier de gehele brief, ondertekend door Evert Verhulp, voorzitter van de Regiegroep en Jan Zoet, voorzitter Kunsten ’92.