Kunstprogrammering bij de Publieke Omroep wordt veroordeeld tot de marge, de kabinetsplannen zoals omschreven in de nota ‘Met het Oog op Morgen’ maken kunst- en cultuur vogelvrij. Kunsten ’92, Kunst van Vooruitzien en Paradiso riepen programmamakers en culturele sector op in het verweer te komen.
PETITIE
In het huidige overheidsbeleid staat het belang van kunst en cultuur in het publieke bestel niet ter discussie. De regering verlangt zelfs van de publieke omroep dat de kunstprogrammering in weerwil van de lopende bezuinigingsoperatie op peil wordt gehouden. De publieke omroep verschaft een groot publiek immers toegang tot kunst en cultuur en bevordert deelname.
Toch loopt op televisie de productie van kunstprogramma’s gestaag terug en wat er is wordt steeds minder zichtbaar. Informatie over kunst en cultuur is van groot belang voor de samenleving en van levensbelang voor de wereld van kunst en cultuur. Het kabinetsplan voor het publieke bestel ‘Met het oog op morgen…’ is voor deze sector zéér bedreigend :
1. Het voorstel voorziet wel in minimumbudgetten voor de functies A (nieuwsvoorziening) en B (opinievorming) maar niet voor functie C waaronder cultuur valt. Kunst en cultuur worden achtergesteld.
2. Het budget dat vanaf 2008 beschikbaar is voor radio- en televisieproducties over kunst en cultuur staat niet tevoren vast: het is een restpost. Verminderde reclame-inkomsten moeten daaruit worden opgevangen ten gunste van nieuwsvoorzienig en opinievorming. Kunst en cultuurprogramma’s worden zo dubbel getroffen.
3. Veel producties (met name speelfilms, documentaires, muziekprogramma’s) worden lang tevoren, vaak jaren, gepland en voorbereid. Het budget wordt blijkens het voorstel pas tegen het eind van een jaar bekend. Continuïteit, ontwikkeling en innovatie worden daardoor vrijwel onmogelijk. Het merendeel van deze producties vergt vaak langdurige voorbereiding en kunnen dus nauwelijks meer gemaakt worden.
4. De definitie in de mediawet van wat onder kunst en cultuurprogramma’s moet worden verstaan, is onduidelijk en leidt tot dubieuze tellingen, waardoor het lijkt alsof er voldoende zendtijd en geld aan wordt besteed. In het voorstel verdwijnt de definitie, terwijl die juist opnieuw geformuleerd zou moeten worden met daaraan verbonden een gegarandeerd budget voor dergelijke programmering.
5. Het voorstel zal leiden tot een groot verlies aan kunst- en cultuurprogramma’s in de juiste betekenis van het woord, aan werkgelegenheid, aan opgebouwde kennis en ervaring en aan creativiteit in deze sector.
6. Minder geld en zendtijd zal het meest merkbaar zijn bij serieuze muziek en speelfilm. De kunstwereld wordt minder zichtbaar. Op langere termijn wordt het culturele bewustzijn in Nederland uitgehold. De tendens tot marginalisering van kunst is al enige tijd geleden ingezet. De kabinetsvisie op de publieke omroep gaat deze tendens niet tegen, maar versterkt die juist.
PROGRAMMERING VAN KUNST EN CULTUUR IS EEN KERNTAAK VAN DE PUBLIEKE OMROEP. LEG DAAROM OOK EEN GARANTIE VOOR HET BUDGET VOOR CULTURELE PROGRAMMA’S VAST IN DE WET ! OP DIT MOMENT MOET 25% VAN DE ZENDTIJD BESTEED WORDEN AAN CULTURELE PROGRAMMA’S. LAAT NA 2008 25% VAN HET BUDGET DE REGEL ZIJN !
Amsterdam 28 augustus 2005