Belang van kunst & cultuur krijgt weer erkenning
Jet Bussemaker (PvdA) wordt minister van Cultuur. Sander Dekker (VVD) krijgt als staatssecretaris Media in zijn portefeuille. Dat hebben we bevestigd gekregen vanuit de PvdA zelf, in de media wordt cultuur niet apart benoemd.
De grote waarde van kunst en cultuur voor de samenleving wordt in het regeerakkoord erkend: “Nederland heeft een naam hoog te houden in kunst en cultuur. Nederlandse ontwerpers, modemakers, dj’s en architecten veroveren de wereld. Beeldende kunst, dans, opera en musicals trekken een groot publiek. Instellingen en kunstenaars ontpoppen zich als cultureel ondernemer en boren nieuw publiek en nieuwe middelen aan.” Een aantal disciplines zoals theater en festivals en e-cultuur denken we hier zelf dan bij. We zijn blij met deze toonzetting en de vertaling van het belang dat men hecht aan kunst & cultuur door directe verantwoordelijkheid van de minister.
Als verantwoordelijkheden van de overheid worden genoemd: “Een sterke basisinfrastructuur, talentontwikkeling en internationale bekendheid van onze topkunst.” Deze begrippen behoeven zonder meer nadere uitwerking, zeker gezien het beperkte financiële kader.
Cultuurbegroting: niks erbij, niks eraf
Er komt geen extra geld voor cultuur. De wens van de PvdA om € 50 miljoen aan de begroting toe te voegen heeft de eindstreep helaas niet gehaald. Dit is met name voor de diversiteit van het culturele aanbod en de ruimte voor talentontwikkeling slecht nieuws.
Positief is wel:
De BTW-verhoging voor podium- en beeldende kunsten gaat definitief niet door.
De Cultuurkaart CJP voor jongeren blijft behouden. Het nieuwe kabinet wil dat cultuur en onderwijs nauw gaan samenwerken op het gebied van cultuureducatie voor primair en voortgezet onderwijs.
In het kader van de bijzondere bijstand armoedebestrijding worden meer middelen uitgetrokken voor culturele, maatschappelijke en sportvoorzieningen. Dat betekent waarschijnlijk meer mogelijkheden voor het Jeugdcultuurfonds.
Talentontwikkeling knelpunt in alle disciplines
In het regeerakkoord lijkt talentontwikkeling zich ten onrechte te beperken tot de podiumkunsten: “Talentontwikkeling wordt gestimuleerd via het Fonds Podiumkunsten en cultuureducatie”.
Talentonwikkeling is een groot knelpunt in alle disciplines, omdat juist daarop heel veel is bezuinigd. Alle geledingen van de culturele sector, inclusief fondsen en Raad voor Cultuur, hebben er bij de informateurs op aangedrongen hier extra in te investeren. Het gaat dus niet alleen om geld, maar ook verbreding van de focus qua disciplines. Kunsten ’92 wil hierover snel in gesprek met de nieuwe minister van cultuur.
Bezuinigingen op de omroep hebben grote gevolgen
Op de mediabegroting wordt €100 miljoen bezuinigd. Dat komt bovenop de bezuinigingen die door het vorige kabinet al waren doorgevoerd en die ook al fors waren.
Men wil 16 miljoen euro besparen door heroverweging van de fusie tussen het Stimuleringsfonds voor de Pers en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties. Het Stimuleringsfonds voor de Pers blijft bestaan. Het lijkt erop dat het Mediafonds uiterlijk met ingang van 1 januari 2017 zijn subsidie verliest. Zonder een bijdrage van het Mediafonds zullen veel bijzondere culturele mediaproducties in de toekomst niet meer gemaakt worden. Alleen al voor documentaires komt de maatregel neer op een bezuiniging van zo’n acht miljoen euro per jaar. Dat is een groot gemis voor het Nederlandse publiek en voor de Nederlandse culturele – en mediasector.
Het staat haaks op het politieke voornemen om een nieuw mediabeleid te ontwikkelen. Deze bezuiniging betekent vooral een afbraak van het mediabeleid. Bovendien valt het moeilijk te rijmen met het VVD-verkiezingsprogramma: ‘de publiek gefinancierde omroepen bieden programma’s aan met een maatschappelijk toegevoegde waarde die niet door commerciële omroepen worden aangeboden en op die manier bijdragen aan de diversiteit van het Nederlandse televisieaanbod’.
In het regeerakkoord staat bovendien nog een extra bezuiniging op de omroep van €45 miljoen, die niet doorgevoerd kan worden zonder de expliciet gewenste kwaliteit van de programmering aan te tasten.
Tenslotte is de door de cultuursector bepleite tax shelter voor de filmproductie niet in het regeerakkoord opgenomen. Daarmee is een ‘gelijk speelveld voor de filmindustrie’, zoals in het VVD-verkiezingsprogramma opgenomen, niet gerealiseerd. Dit zal tot nog meer ontslagen en faillissementen in de filmsector leiden.
Onduidelijk is nog:
Kunstvakonderwijs: Het aantal opleidingen in het hoger onderwijs moet worden teruggebracht, inclusief de kunstvakopleidingen. Of dit nu een bevestiging is van afspraken uit het sectorplan van het kunst-HBO dat dit jaar werd goedgekeurd, of een bezuiniging, is nog niet duidelijk.
Topsector Creatieve Industrie: Op het budget voor de Creatieve Industrie van OCW wordt €2 miljoen gekort. Onduidelijk is nog of dit een bezuiniging is of een verschuiving van middelen naar het ministerie van EZ.
Ondersteuning en stimulering van cultureel ondernemerschap en nieuwe financieringsvormen:
Vooralsnog is niet duidelijk tot welke concrete maatregelen dit leidt.
Zie voor de volledige cultuur- en mediaparagrafen in het regeerakkoord: www.kunsten92.nl
Het debat in de Tweede Kamer over het regeerakkoord is op woensdag 31 oktober 2012 om 10.15