1 april 2005

Nieuwsbrief #30 – Themanummer over de cultuurnotasystematiek

In deze nieuwsbrief geeft Ton Bevers een analyse van hoe het verder kan met de cultuurnotaprocedure na 2008, vergelijkt  Christopher Gorden het Nederlandse cultuurbeleid met andere landen en een interview met Jeanne Wikler.

Ten ingeleide
Niet alleen de constatering van het ‘culturele tekort’, zoals beschreven door Paul Scheffer in NRC Handelsblad, ook de toenemende stroom aan berichten over instellingen die in de financiële problemen komen, zouden politici en beleidsmakers er langzamerhand van moeten doordringen dat zij zich in het debat over het cultuurbeleid laten afleiden van de eigenlijke zaak: de kunst zelf.

Ondanks de recente discussie over de culturele canon wordt het nut en noodzaak van kunst, cultuur en cultuurbehoud voor de samenleving nog te weinig doordacht. De discussie over de cultuurnotaprocedure zou ook in dit licht gevoerd moeten worden.

In deze nieuwsbrief treft u bijdragen van Ton Bevers en Christopher Gordon, die beiden vaststellen dat de huidige culturele planningssystemen in Nederland en Groot-Brittannie – waarbij de overheid formeel op afstand blijft – paradoxaal genoeg tot meer bemoeienis van diezelfde overheid hebben geleid. Het feit dat de overheid geen oordeel over kunst zelf mag uitspreken maakt de verleiding groot om juist in de sfeer van randvoorwaarden en instrumentele doelen nadere eisen te stellen. Zowel de Raad voor Cultuur als culturele instellingen worden in een reagerende en uitvoerende rol gedwongen. Toch concludeert Gordon in een Europese vergelijking dat het Nederlandse systeem nog altijd de beste voorwaarden biedt voor ontwikkeling van creativiteit en financiële onafhankelijkheid. En vanuit New York waarschuwt Jeanne Wikler voor een al te gemakkelijke verheerlijking van het Amerikaanse laissez faire systeem.

Door de nadruk op telkens wisselende instrumentele doelen ontbreekt ook het debat over de ontwikkelingen in de kunst en cultuur zelf. De Raad voor Cultuur, zo stelt Kunsten ’92, heeft steeds meer het gezicht van de overheid gekregen, terwijl de politieke discussie over kunst en cultuur zich voornamelijk richt op de verdeling van middelen. Binnenkort komt de staatssecretaris met een discussienota en daarna zal in het najaar een definitief wijzigingsvoorstel aan de Tweede Kamer worden gepresenteerd. Laten we hopen dat het een beter subsidiesysteem oplevert. Met discussie over verdelingssystemen en gesoebat over de verdeling van minimale bedragen creëer je in ieder geval geen warme gevoelens in de samenleving voor de kunst en geen bevlogenheid bij bestuurders en politici. De centrale uitdaging voor toekomstig beleid is inhoudelijke sturing van kunst te vermijden, maar het debat over de waarde ervan voor de samenleving niet uit de weg te gaan. De constatering van het cultureel tekort zou tot een uitdaging voor de politiek moeten worden gemaakt. Niet alleen voor de staatssecretaris voor cultuur en media, maar ook voor onderwijs, financiën, economie, sociale zaken en ruimtelijke ordening.

Marianne Versteegh, algemeen secretaris Kunsten ‘92

 

Inhoudsopgave:
Ton Bevers, Hoe verder met het Kunstenplan na 2008?
Een beetje repareren helpt niet
Christopher Gordon, Cultural Policy Systems in Europe – lessons for the Dutch to learn?
70 cents for culture, it’s a small price to pay
Instellingen in de knel door nieuw format?
Commissie voor culturele canon
Je moet hier wel iets te bieden hebben en goed kunnen communiceren. Interview met Jeanne Wikler

Nieuwsbrief 30 – Themanummer over de cultuurnotasystematiek – april 2005