Uit de Museumbrief “Samen werken, samen sterker” van minister Bussemaker is op te maken dat de musea de regie in eigen hand kunnen nemen. De brief verandert weliswaar niets aan de eisen om meer en nieuw publiek te bereiken, maar de wijze waarop musea dit gaan realiseren ligt vanaf nu in eigen hand. Minister Bussemaker heeft met haar museumbrief de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid grotendeels bij de Nederlandse Museumvereniging neergelegd: de NMV gaat een stimuleringsmaatregel voor projecten die samenwerking bevorderen uitvoeren, waarvoor jaarlijks € 2 miljoen uit de Rijksbegroting komt; steden en provincies worden uitgenodigd hieraan mee te doen. Ook gaat de NMV samen met het nieuwe centrum voor cultuureducatie en amateurkunst een ‘doorlopende leerlijn’ voor cultuureducatie opzetten. Om het bereik te vergroten wordt uitbreiding van de digitale infrastructuur in het vooruitzicht gesteld, er wordt werk gemaakt van een gemeenschappelijke onderzoeksagenda en er worden voorbereidingen getroffen om tot één erfgoedwet te komen.
Belangrijk is ook dat de musea straks voor het beheer van hun collecties niet langer hoeven mee te dingen in de vierjaarlijkse subsidie-aanvraag voor de cultuurnota.
De conclusie is dat de museumsector mede dankzij het rapport van de commissie Asscher-Vonk een grote stap voorwaarts heeft gezet. Deze commissie werd begin 2013 door de VRM en de Museumvereniging aangesteld om samenwerkingsmogelijkheden in kaart te brengen.