Waar het op de kunstensector aankomt ontbreekt het Minister-president Rutte aan inzicht in de feiten volgens Kunsten ’92. Kunsten ’92 praat hem graag bij en nodigt hem uit om in gesprek te gaan met hardwerkende kunstenaars en ondernemers in de cultuursector.
Amsterdam, 25 januari 2011
Geachte Heer Rutte,
Uw optreden als premier, zoals onlangs ook weer in het televisieprogramma Buitenhof, zondag 16 januari jl., maakt ontegenzeggelijk indruk. U straalt daadkracht en visie uit. U profileert zich als de premier van alle hardwerkende en werkwillende Nederlanders en wekt de indruk goed geïnformeerd te zijn. Echter, daar waar het gaat over de kunstensector schroomt u niet te insinueren dat in deze sector op onverantwoorde wijze met belastinggeld wordt omgegaan en ontbreekt inzicht in de feiten. Dat betreuren wij en wij brengen daar graag verandering in aan. Graag organiseren wij voor u een gesprek met kunstenaars en ondernemers die allen eenzelfde belang hebben: het behoud van een bloeiend cultureel klimaat.
U bent de premier van alle Nederlanders, dus ook van de hardwerkende belastingbetalende podiumkunstenaars, theatertechnici, kassamedewerkers, garderobejuffrouwen, pr-medewerkers, ontwerpers, drukkers, vrachtwagenchauffeurs, timmerlieden, ontwerpers en drukkers die direct of indirect hun boterham in de podiumkunsten verdienen. Ook zij, en hun publiek mogen ervan uitgaan dat dit kabinet op een verstandige manier met geld omgaat. Met uw opmerking ‘kijk eens naar zo’n Uitkrantje in Amsterdam of Den Haag dat er iedere avond in 30 theaters 10 mensen op de eerste rij zitten en de rest helemaal leeg is’ geeft u er blijk van geen enkel inzicht te hebben in de omvang en de (economische) betekenis van kunst en cultuur.
Alleen al voor Amsterdam hebben we het over 4,3 miljoen podiumkunstbezoekers per jaar. De Nederlandse Associatie van Podiumkunsten heeft u inmiddels laten weten dat in 2009 de gemiddelde zaalbezetting in de vier grote steden minstens 60% is. Daarmee is deze sector van substantieel belang voor het ondernemingsklimaat. Amsterdam staat als creatieve stad op de 8e plaats van de wereldranglijst van meest vitale steden. Ook andere steden in die top tien als Parijs, New York of Londen associeer je meteen met cultuur. En ter vergelijking: er gaan jaarlijks drie keer zoveel mensen naar theater als naar het betaalde voetbal.
De Rijksoverheid geeft per jaar niet € 1 miljard, maar € 420 miljoen uit aan de kunsten in Nederland, waarvan €135 miljoen aan de podiumkunsten. Voor de meeste instellingen betreft dit een percentage van hun inkomsten, noodzakelijk om continuïteit en kwaliteit te garanderen. Instellingen die subsidie ontvangen worden iedere vier jaar aan een zware kwaliteitstoets onderworpen. Daarbij worden ook eisen gesteld aan het bereik. Subsidie ontvangt men niet zomaar. Het is een beloning voor kwaliteit en wordt door sponsors en private financiers ervaren als een keurmerk, een garantie dat hun bijdragen goed besteed zullen zijn. De opstelling van het kabinet, dat niet alleen buitenproportioneel bezuinigt op podiumkunsten, maar de sector ook wegzet als geldverslinders van mineure betekenis, heeft de reputatie van de sector reeds veel schade toegebracht. Wij vragen ons af welk doel u hiermee dient.
De samenhang tussen een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een bloeiend cultureel klimaat is vastgesteld.* Als gevolg van de economische crisis zijn de bezoekersaantallen in de afgelopen twee jaar fors teruggelopen. De BTW-verhoging en de bezuinigingen van het kabinet zullen grote gevolgen hebben voor het cultuuraanbod en daarmee ook voor de plaatselijke economie.
Om te voorkomen dat u de verkeerde beslissingen neemt nodigen wij u graag uit één van uw befaamde maandagavonden in te ruimen voor een gesprek met de hardwerkende kunstenaars en ondernemers in de cultuursector. Om u te informeren en met u van gedachten te wisselen over de toekomst van onze sector.
Met vriendelijke groeten
Namens de vereniging voor kunst, cultuur en erfgoed, Kunsten ’92
Ad ‘s-Gravesande
Voorzitter
* Gerard Marlet: De aantrekkelijke stad, VOC Uitgevers 2009
Rectificatie 27 januari 2011:
De in deze brief vermelde uitgaven aan podiumkunsten van € 135 miljoen is op basis van naar nu blijkt een te smalle interpretatie van het budget. Op basis van de begroting 2010 zijn voor de podiumkunsten de volgende rijksbijdragen toegekend:
Producerende instellingen in de Basisinfrastructuur: €154.786.341
Overig, waaronder Nederlands Fonds Podiumkunsten: €71.497.084