Kunsten ’92 vindt dat de kosten voor invoering van de Fair Practice Code niet eenzijdig bij de sector neergelegd kunnen worden. Als dat wel gebeurt mag dat een gevaarlijk experiment genoemd worden, zo blijkt uit het rapport hierover dat aanstaande woensdag wordt besproken in de Tweede Kamer. Ook moet het onderzoek naar de effecten van de toepassing van de Fair Practice Code worden verbreed. Het beeld is nu niet compleet.
Over het onderzoek (“Gevolgen van de toepassing van de Fair Practice Code voor meerjarig gesubsidieerde instellingen en festivals”) naar die meerkosten en wat de gevolgen kunnen zijn voor culturele instellingen, makers en publiek, is aanstaande woensdag 4 maart een debat in de Tweede Kamer. Het gevaar van een neerwaartse spiraal in plaats van versterking van de sector is groot: minder voorstellingen en presentaties leiden tot minder zichtbaarheid, minder publieksinkomsten èn inkomsten van lagere overheden en fondsen, waardoor productie nog verder teruggeschroefd moet worden. Dat leidt tot verslechtering in plaats van verbetering van de inkomenspositie van makers. De Kamerleden ontvingen een groot aantal verontruste brieven hierover, uit vele geledingen van de kunst- en cultuursector.
De sector heeft zelf de eerste stappen gezet om een ‘nieuw normaal’- uitgaande van loon naar werk – toe te passen. Mede door de bezuinigingen en door onvoldoende compensatie van stijgende arbeidslasten, is de rek eruit.
Kunsten ’92 roept de regering op om de veerkracht van de sector te versterken en met een heldere investeringsagenda te komen. Voor verantwoorde toepassing van de Fair Practice Code zijn de volgende stappen nodig:
• Instellingen worden in staat gesteld om een begin te maken met de toepassing van de Fair Practice Code. Het kabinet voegt middelen aan het cultuurbudget toe waarmee de minimale meerkosten van de invoering van de Fair Practice Code gedekt worden. Met deze relatief kleine investering vanuit de Rijksoverheid kan een grote stap worden gezet en worden ook lagere overheden gestimuleerd om bij te dragen aan een gezondere arbeidsmarktsituatie voor de culturele en creatieve sector. Hiermee kan een ‘race to the bottom’ worden voorkomen.
• Het onderzoek naar de effecten van de toepassing van de Fair Practice Code wordt verbreed. Het beeld is nu niet compleet. Ook het advies en het oordeel van de Raad voor Cultuur, dat in juni wordt gepubliceerd en waar ook de minister naar verwijst, wordt hierbij meegenomen.
• De korting op het Fonds Podiumkunsten wordt ongedaan gemaakt.
• De positie van beeldende kunst wordt versterkt.
• De indexering van subsidies in de culturele en creatieve sector wordt structureel gemaakt. Waar nodig wordt gecompenseerd voor de gevolgen van wet- en regelgeving.
Lees hier de volledige brief van Kunsten ’92 aan de Kamer.
Tabel meerkosten van Sirm: