De Commissie Cultuurprofijt doet in zijn advies aan minister Plasterk van OCW een aantal waardevolle constateringen en aanbevelingen. Invoering van deze aanbevelingen vraagt wel om een zeer zorgvuldige en doordachte uitwerking. Onderscheid per sector en per instelling is daarbij essentieel, ook uit het oogpunt van diversiteit en spreiding. Kunsten ’92 is blij met de vaststelling van de Commissie Cultuurprofijt dat de cultuursector zeer ondernemend is. De percentages eigen inkomsten zijn vaak zeer hoog. Versterking van ondernemerschap is bij veel instellingen mogelijk en een betere invalshoek voor toekomstig handelen dan verdergaande toepassing van het profijtbeginsel. Dat is een publiek-beperkend pad. Met dit rapport wordt deze weg door het kabinet hopelijk definitief verlaten.
CULTUREEL ONDERNEMERSCHAP MIDDEL, NOOIT DOEL OP ZICH
Zowel overheid als culturele instellingen moeten verantwoordelijkheid nemen bij versterking van het ondernemerschap in de cultuursector. Versterking van ondernemerschap kan echter nooit doel op zichzelf zijn. Het mag het vervullen van de publieke doelstelling en taak van een instelling niet hinderen. Ook moet niet uit het oog worden verloren dat deze maatregelen tot stand komen tegen de achtergrond van de invoering van een nieuw subsidiestelsel, waarin voor nieuw inhoudelijk beleid geen ruimte is gecreëerd.
MAATWERK VOORWAARDE VOOR SUCCES
Positieve prikkels en een betrouwbare overheid, die handelt volgens een consistente (dus niet steeds wisselende) visie, kunnen de positie van culturele instellingen versterken. De overheid zou daarbij niet alleen zorgvuldig de eigen subsidievoorwaarden onder de loep moeten nemen, maar ook met betrekking tot autonome kostenstijgingen een realistisch beleid moeten voeren en geen onverantwoorde kortingen doorvoeren. Een sterkere nadruk op ondernemerschap vraagt daarom ook bij de overheid om een ‘cultuuromslag’. Kunsten ’92 benadrukt daarnaast dat invoering van het voorgestelde programma van de commissie alleen vruchtbaar kan zijn als er echt maatwerk mogelijk is en de voorwaarden voor aanvragen uit het ondernemersprogramma direct zijn gekoppeld aan de cultuurproducerende instellingen waarvoor het is bedoeld. Laat niet een groot deel van de middelen uit het programma wegvloeien naar programma’s die niet direct aan de belangen van de betrokken instellingen zijn verbonden.
Kunsten ’92 heeft waardering voor het genuanceerde advies van de Commissie Cultuurprofijt, maar waarschuwt voor al te grote voortvarendheid als het gaat om financiële constructies ter versterking van cultureel ondernemerschap. Iedereen herinnert zich het echec van de film-CV en ook het PAKC, waaraan de commissie refereert, was een kort leven beschoren. Nieuwe vormen van publiek/private financieringen moeten tevoren goed op hun consequenties voor de sector worden onderzocht. Instelling van nieuwe fondsen en financieringsvormen kan ook leiden tot verdere uitholling van het toch al te krappe rijksbudget voor kunst en cultuur. Meer nadruk op ondernemerschap leidt dan juist tot verarming van het Nederlands cultureel klimaat, zoals ook recentelijk bleek uit de berichten over het Koninklijk Concertgebouworkest.
Het advies van de commissie en de bijbehorende onderzoeken zijn hieronder te raadplegen. Voor meer informatie zie: www.cultuurprofijt.nl. Dit persbericht werd verzonden op 30 januari 2008.
Eindrapportage commissie Cultuurprofijt ‘Meer draagvlak voor cultuur’
Persbericht commissie Cultuurprofijt ‘Meer draagvlak voor Cultuur’
Berenschot – Prijsbeleid inkomsten podiumkunstinstellingen
Berenschot – Prijsbeleid inkomsten musea