6 juni 2012

CDA – programma en planning

Data:
31 mei – Concept-verkiezingsprogramma vastgesteld door partijbestuur, ter bespreking naar afdelingen in het land
29-30 Juni – CDA Congres / amendering en vaststelling verkiezingsprogramma

Samenstelling programmacommissie:

Paul Doop is in het dagelijks leven vicevoorzitter en waarnemend voorzitter (2011/2012) van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Daarvoor was hij onder meer partner bij Deloitte NV. P.w.doop@uva.nl

Hubert Bruls is tot 21 mei a.s. burgemeester van Venlo. In maart van dit jaar is hij door de ministerraad benoemd tot nieuwe burgemeester van Nijmegen. Voor zijn burgemeesterschap was hij van 2002 tot 2005 lid van de Tweede Kamer.

Mustafa Amhaouch, senior manager ASML
Peter Arensman, financieel directeur BAS Consultancy
Janny Bakker-Klein, wethouder Huizen
Lans Bovenberg, hoogleraar economie Tilburg University
Hans de Bruijn, hoogleraar bestuurskunde TU Delft
Guusje Dolsma, teamleider algemeen economisch beleid VNO NCW/MKB
Leonard Geluk, voorzitter College van Bestuur ROC Midden-Nederland
Marianne Luyer, interim-manager en organisatie-adviseur
Marnix van Rij, senior partner Ernst & Young
Michel Rog, voorzitter CNV onderwijs
Jan Schinkelshoek, communicatie-adviseur
Petra Tielemans, projectleider duurzame zuivelketen (NZO + LTO)
Jeroen van Velzen, oud-voorzitter CDJA

Brieven kunnen gestuurd worden naar verkiezingsprogramma@cda.nl
———————————————————————————————–
CONCEPT VERKIEZINGSPROGRAM ‘IEDEREEN’ 2012

Sport, media, cultuur
1.31 Sport is maatschappelijk goud dat verzilverd moet worden. Zonder vrijwilligers is er
geen sport. Die inzet verdient aanmoediging.
1.32 Bedrijven, sportverenigingen, maatschappelijke organisaties en zorgverzekeraars slaan
de handen ineen om sport en bewegen te stimuleren.
1.33 Onze ambitie blijft om internationaal tot de top-10 van sportlanden te behoren.
1.34 Bij een pluriforme samenleving hoort een pluriform omroepbestel, aantoonbaar
verankerd in de samenleving. Naast de commerciële omroepen is er ruimte voor een
publiek bestel, waarin ledenomroepen royale armslag krijgen.
1.35 Regionale en lokale omroepen zijn van zo’n grote betekenis dat ze blijvende aandacht
verdienen. Regionale mediacentra worden gestimuleerd, ook om zo een sterke
regionale pers te borgen.
1.36 Ook cultuur staat of valt met pluriformiteit en identiteit. Daarom willen we dat
cultuurinstellingen goed geworteld zijn in de samenleving, breder publiek aantrekken,
nieuwe groepen aanspreken en meer eigen inkomsten genereren. Wij staan voor een
samenleving waarin mensen al op jonge leeftijd via educatie en participatie met cultuur
in aanraking komen, waarin naast topkwaliteit erkenning is voor amateurkunst en
volkscultuur en waar toptalent de ruimte krijgt.
1.37 Het cultureel erfgoed zal breed toegankelijk moeten zijn. Om het in goede staat te
houden, verdient onderhoud en restauratie van monumenten aandacht. Monumenten
die leeg komen te staan, krijgen een nieuwe bestemming.
1.38 In de regio hebben instellingen een belangrijke waarde voor de culturele infrastructuur.
Ook buiten de Randstad verdienen kunst en cultuur een volwaardige plaats.

Maar ook elders in het programma:
2.8 De EU moet terughoudend zijn op het gebied van volksgezondheid, toerisme en cultuur. (p.15)

Steden en regio’s
3.26 De beschikbaarheid van werk en basisvoorzieningen is belangrijk voor de leefbaarheid
in de steden en op het platteland, ook met een krimpende bevolking. Nieuwe initiatieven
voor zorg, onderwijs en cultuur krijgen alle ruimte.

Primair en voortgezet onderwijs:
4.16 We willen brede dagarrangementen stimuleren met aandacht voor cultuur en sport voor
kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De basisschool krijgt ruimte om zelf
buitenschoolse opvang aan te bieden waardoor het combineren van arbeid en zorg
voor ouders makkelijker wordt gemaakt.

Maatschappelijke participatie:
8.11 Het CDA wil actief op zoek naar nieuwe vormen van financiering voor sociale projecten.
Sociale projecten zijn van en voor de gemeenschap; charitatieve instellingen,
woningcorporaties, pensioenfondsen of zorgverzekeraars moeten in deze zogenaamde
social enterprises investeren.
8.12 Om vitale coalities tussen burgers, bedrijven en organisaties van de grond te tillen,
komen er experimenten, waarbij burgers en bedrijven – naar Brits voorbeeld – als
‘aandeelhouder’ in maatschappelijke vraagstukken met ideeën en geld kunnen
investeren in ‘de samenleving’.
8.13 Maatschappelijke organisaties in zorg, onderwijs, welzijn, cultuur en wonen zullen goed
geworteld moeten zijn in de samenleving. Door de financiering via de vraag van
mensen te laten lopen, moeten zij zich actiever op de wensen en behoeften van
burgers, patiënten en cliënten richten. Burgers en bedrijven kunnen een
maatschappelijk aandeel nemen in deze organisaties. Dat vergt een fundamentele
verandering van overheidsregels.
8.14 Er is meer samenwerking tussen gemeenten en maatschappelijke organisaties,
woningbouwcorporaties en jeugdzorg nodig voor zowel de leefbaarheid van de stad als
de ontwikkeling van het platteland.
8.15 Samenwerking met kerken en andere levensbeschouwelijke organisaties levert
meerwaarde op.

 

——————————————————————————–

VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010 (OUD)

CDA – Vertrouwen in Nederland, vertrouwen in elkaar

2. Vertrouwen in maatschappelijke organisaties: organisaties die kiezen voor mensen
2.2. Kunst en cultuur Cultuur verbindt mensen.
Het is een uitdrukking van het geheel van hun waarden en normen en geeft hen identiteit. Kennis nemen van elkaars cultuuruitingen kan groepen mensen dichter bij elkaar brengen en helpt bij het opbouwen van een samenleving die als een echte gemeenschap wordt beleefd.

Kunstenaars houden ons vaak een spiegel voor of openen met hun scheppende kracht juist nieuwe en inspirerende vergezichten. Zehebben een antenne voor maatschappelijke ontwikkelingen, die anders gericht is dan die van beleidsmakers en bestuurders. Daarmee laten ze nieuwe mogelijkheden zien. Ook de amateuristische kunstbeoefening vertegenwoordigt een maatschappelijk kapitaal van onschatbare waarde. Koren, schilderclubs, fanfares, popgroepen, streetdancers, theatergezelschappen, amateurarcheologen, etc. geven invulling aan het begrip participatie en kleur aan de samenleving.

De Nederlandse kunst doet het goed in het buitenland en is daarmee een exportproduct van belang. Toch kan kunst zeker niet alleen van de markt bestaan. Het CDA staat voor een overheid die kunst en cultuur laat bloeien, de kwaliteit verhoogt en zorgt voor spreiding en toegankelijkheid.

• 2.2.1 De komende vier jaar moet er gekeken worden hoe verder aan een volwaardige culturele infrastructuur kan worden gebouwd. Het CDA wil ook aandacht voor het culturele voorzieningenniveau buiten de Randstad.

• 2.2.2. Geschiedenis is een belangrijk oriëntatiepunt voor een gemeenschap. Zoals een mens zijn geheugen verliest, zo vergaat het ook een samenleving, die zich niet bewust is van haar historie. De toekomst heeft een lang verleden. Daarvoor moet veel aandacht zijn en blijven in ons onderwijs. Dan gaat het met name om de waarden en normen die ten grondslag liggen aan onze samenleving. Cultuur moet een prominente plaats in het onderwijs hebben. Zij brengt jongeren in verbinding met vragen van zingeving, met dieptelagen van onze cultuur en met onderliggende waarden van onze samenleving.

• 2.2.3. Een rijk verleden ligt opgeslagen in ons roerend en onroerend cultureel erfgoed. Restauratie en onderhoud zijn daarom van belang. Het moratorium op het toevoegen van nieuwe monumenten op de Monumentenlijst wordt opgeheven. Ons erfgoed moet het complete verhaal van onze nationale geschiedenis vertellen. Het werken met een fonds in plaats van met losse incidentele toekenningen van het budget is noodzakelijk voor een succesvol monumentenbeleid. Middels zo’n fonds worden monumenteneigenaren in de gelegenheid gesteld meerjarige restauratieplannen te (laten) ontwikkelen en uit te voeren.

• 2.2.4. Amateurkunst moet gestimuleerd worden, bijvoorbeeld door meer vruchtbare kruisbestuiving met de professionele kunstsector mogelijk te maken. Belemmeringen zoals knellende regelgeving moeten worden weggenomen

• 2.2.5. De Friese taal en cultuur is, zoals ook het Nederlands, officieel erkend in Europees verband. Streektalen zijn een levend erfgoed die net als de streekeigen volkscultuur gekoesterd dienen te worden. Daarvoor is aandacht nodig in het onderwijs en onderzoek, in de media en bij de overheden.

• 2.2.6. Wat Nederland aan kunst en eigen cultuur te bieden heeft, is de moeite waard om in het buitenland te promoten. Dat moet professioneel en systematisch gebeuren door samenwerking tussen de kunstsector en de overheid.