Geachte leden van Kunsten ’92,
Zoals u ook vorige week in NRC-Handelsblad heeft kunnen lezen heeft een aantal instellingen op 16 september jl. een brief van het Ministerie van OCW ontvangen waarin hen wordt gevraagd volgend jaar alvast te anticiperen op het geheel of gedeeltelijk wegvallen van subsidie en zo nodig beleidsplannen te wijzigen. Daarmee zou voor deze instellingen 2012 al tot overgangsjaar kunnen worden bestempeld en worden de bezuinigingen in feite nog verder naar voren gehaald.
Voor degenen die het betreft: U heeft ongetwijfeld al deskundigen geraadpleegd, maar de volgende informatie, aan ons verstrekt door Inge van der Vlies, hoogleraar bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam, wil ik u niet onthouden:
In essentie geeft het ministerie met deze brief 3 boodschappen:
1. men vertelt nogmaals dat het minder wordt, zodat niemand kan zeggen dat de korting onverwacht komt; 2. men biedt de verleiding/mogelijkheid om in het laatste jaar van de subsidie iets anders te gaan doen dan men van plan was. OCW hoeft dan minder frictiekosten te betalen cq instellingen hoeven niet mensen in dienst te houden voor wie elders een toekomst ligt.
3. men verzoekt een schatting te geven over de mogelijke kosten van afbouw.
De brief bevat geen beschikking in juridische zin, waartegen bezwaar kan worden gemaakt. U kunt het natuurlijk toch proberen, maar dat lijkt weinig zin te hebben. Voor verreweg de meeste instellingen is het niet zinvol en niet verstandig om op boodschappen 2 en 3 in te gaan:
Wat betreft boodschap 2: Waarom zou u als instelling nu al minderen, terwijl u alles voor het komende jaar reeds heeft vastgelegd? Als zich een voor de hand liggende mogelijkheid om activiteiten te beperken voordoet, kan dat altijd nog in overleg met het ministerie gebeuren.
Wat betreft boodschap 3: Uw beleidsplan voor de komende jaren is nog niet definitief. Immers, de aanvraagperiode moet nog van start gaan en besluitvorming moet nog plaatsvinden. Een schatting geven over mogelijke kosten van afbouw is in dit stadium daarom nog niet mogelijk, en zeker niet binnen 4 weken.
De enige actie die het overwegen waard is, is een (aangetekende) brief aan het ministerie van OCW schrijven waarin staat dat u geen kans ziet aan de verzoeken te voldoen. Dit omdat de gegevens voor uw concrete situatie nog te vaag zijn en de tijd te kort is om voor alle mogelijke opties allerlei berekeningen te maken.
Indien u zeker weet dat uw instelling ‘helemaal van de kaart verdwijnt’, kunt u OCW laten weten dat u de activiteiten zult beperken, maar dat u niet precies kunt aangeven hoe dat zal verlopen: dit hangt ook af van het eventueel overnemen van activiteiten door andere instellingen en van natuurlijk verloop van personeel etc. Die instellingen kunnen contact houden met het ministerie van OCW, en toestemming vragen om zo efficiënt mogelijk op opheffing vooruit te lopen.
Ook is het verstandig om contact op te nemen met co-financiers, in verband met lopende verplichtingen en afspraken.
Ook vanuit de NAPK is gereageerd op deze brief. De Tweede Kamer (Jetta Klijnsma, PvdA) heeft er vragen over gesteld. Kunsten ’92 heeft altijd gepleit voor beperking van de bezuiniging en temporisering van invoering. Dat biedt instellingen meer kans om alternatieve plannen te ontwikkelen en te zoeken naar haalbare samenwerkingsverbanden. Ook beperkt het de maatschappelijke en economische kosten van de bezuinigingen.