30 augustus 2018

Geschreven verslag Paradisodebat 2018

Paradisodebat 2018

Debat over een eerlijk inkomen

Hoe houdt de sector zich staande in tijden van vloeibaarheid? Met die meta-vraag die verwijst naar het gedachtegoed van de Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman, trapte presentator Lex Bohlmeijer het jaarlijkse Paradisodebat van Kunsten ’92 af. Dat vormt traditiegetrouw de afsluiting van de Uitmarkt in Amsterdam en markeert het begin van het culturele seizoen 2018/2019. Met de ‘vloeibare samenleving waar alles voortdurend in beweging is’, schetste Bohlmeijer het kader van de middag, waarbij het ook vaak ging over de basale praktijk van alledag.

Kunst heeft waarde van zichzelf
Hoe zorg je als kunstenaar dat je redelijk betaald wordt? Dat je er niet zomaar uitvliegt, want ‘voor jou tien anderen’? Minister Ingrid van Engelshoven van OCW kwam met nieuws en stelde een loon- en prijsbijstelling van 2,5 % in het vooruitzicht. Ze benadrukte dat kunst een waarde van zichzelf heeft. Na jaren waarin kunst werd weggezet als iets belangrijks voor bij voorbeeld de economie, is dat winst, al keerde het tij ook onder van Engelshovens voorganger. En nog een observatie: het leek wel alsof politici minder waarde hechten aan het behalen van (hoge) bezoekcijfers, nu een belangrijke subsidievoorwaarde voor makers en instellingen.

Fair Practice Code
Bijzonder aan het Paradisodebat van Kunsten ’92, Amsterdamse Culturele Instellingen, Paradiso en de Akademie van Kunsten is dat het politici en kunstenaars samenbrengt om te praten over zowel het brede perspectief en de theoretische vergezichten als het nu. Daardoor gaat het tegelijkertijd over het recht op het sublieme en de bestaanszekerheid van kunstenaars.
Tegen de achtergrond van de vloeibare samenleving stond deze 16de keer de Fair Practice Code centraal. Dat initiatief van jonge makers moet zorgen voor een verbetering van de arbeidsvoorwaarden en toekomstperspectieven in de sector.

Burn-out
Jan Zoet, voorzitter van Kunsten ’92, schetste de ontstaansgeschiedenis van de code. Ogenschijnlijk lijkt er niets aan de hand. Ondanks de bezuinigingen wordt er nog altijd veel geproduceerd. ‘Maar wat betekent het als je de helft van de repetitietijd niet krijgt betaald?’ (…) ‘En de kans op burn-out groot is?’ Vijf sprekers mochten vervolgens iets zeggen over één van de waarden van de code: duurzaamheid, vertrouwen, transparantie, diversiteit en solidariteit. Daarna kon de zaal reageren.

Duurzaamheid
Als eerste pakte OCW-minister Ingrid van Engelshoven (D66) het thema duurzaamheid bij de kop. Ze vertelde hoe fijn het was om in Paradiso te staan. ‘Dat is voor iedereen toch een droom.’ En dat ze in de krant het overzicht van het culturele seizoen bekijkt en geel markeert wat ze wil zien.
Doorbordurend op het begrip van de vloeibare samenleving stelde ze fundamentele vragen en gaf ze aan dat cultuur een intrinsieke waarde heeft. ‘Kunst geeft je het vermogen je in de ander te verplaatsen en kunst verdient waardering.’ De schade die financieel is aangericht, kan ze niet ongedaan maken. ‘Hoe graag ik dat ook zou willen.’

Emancipatie
Wel stelde ze een loon- en prijsbijstelling van 2,5 % in het vooruitzicht – meer daarover tijdens Prinsjesdag 2018 – en gaf ze aan hoezeer de Fair Practice Code haar aan het hart gaat. Toen ze net minister was, kreeg ze te horen dat veel kunstenaars het financieel uithouden ‘omdat ze slim trouwen’. “Als minister van emancipatie zeg ik: ‘Dat moeten we beter organiseren.’’

Vertrouwen
Marian Duff, directeur van het modeplatform MAFB, liet zien hoe belangrijk vertrouwen is, een ander element van de code. Haar Frans/Guyanese roots liggen in Suriname. Ze groeide op in Schalkwijk, een soort Bijlmer van Haarlem, en ging in Heemstede-Aerdenhout naar een middelbare school met overwegend artsenkinderen. In de buitenwereld was ze altijd de ander. ‘Ik moest of niet te zwart of niet te wit zijn.’

Sleutels
Ze werkt(e) voor het Amsterdam Museum en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. Vaak zit haar bijdrage bij de opening of afterparty. Dat kan anders, vindt ze. Nodig daar voortaan de hoofdcurator voor uit en geef ruimte voor dat andere beeld. ‘Stel je kaders en heb vertrouwen, dan zal dat je wereld verrijken.’ Haar pleidooi voor vertrouwen maakte ze aan het einde van haar column concreet door uit haar tasje een aantal sleutels te toveren, onder andere van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.

Veilig programmeren
Esther Ouwehand
, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, maakte duidelijk waarom organisaties Duff c.s. in het voor- of naprogramma zetten. ‘Instellingen moeten veilig programmeren, omdat ze veel publiek moeten trekken.’ Hoe betrek je meer mensen bij kunst en cultuur, wilde Bohlmeijer vervolgens weten van Antoinette Laan, VVD Tweede Kamerlid. ‘Bij cultuureducatie ligt de crux’, antwoordde ze. ‘Niet bij meer geld, sorry.’

Transparantie
Mariëtte Hamer, voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER), nam het stokje van Duff over. Onder haar leiding verscheen eerder het rapport Passie Gewaardeerd over de inkomenspositie van kunstenaars. In veel sectoren zie je de tendens dat vaste banen naar zzp’ers gaan en in de cultuursector is dat niet anders. Ze riep de sector op daarmee aan de slag te gaan. Dat was niet tegen dovenmansoren gezegd. Ze zag dat veel SER-adviezen in de code zijn overgenomen. Haar thema was transparantie en in het verlengde daarvan riep ze kunstenaars op transparant te zijn over hun inkomen; de schaamte voorbij.

Diversiteit
Theatermaker Naomi Velissariou schudde de boel flink op met haar bijdrage over het thema diversiteit. Als kunstenaar met een moeilijke achternaam zat ze daar toch maar mooi mee opgescheept. Ze wordt naar voren geschoven als het gaat om het behalen van het quotum voor diversiteit. Daar voelt ze zich ongemakkelijk onder, ook nog eens omdat ze is geboren ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis’. Haar betovergrootvader staat in geschiedenisboekjes afgebeeld als ‘held’ die vanaf een zwart paard een aantal Turken over de kling jaagt. Haar ideaal is dat diversiteit normaliteit is, maar voor het zover is heeft ze – being the majority – geen recht van spreken. ‘Maar ik heb wel de plicht om vragen te stellen.’

Solidariteit
De overwegend witte zaal applaudisseerde luid. Maar iets ongemakkelijks had het wel. Daarna gooide Ewald Engelen de knuppel in het hoenderhok door zijn column te beëindigen met de opmerking dat ‘wie al zijn geld aan praalkunst besteedt zich niet solidair mag noemen’. Solidariteit was dus het onderwerp waarover de hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam zich mocht uitspreken.
In navolging van Kant vond hij dat iedereen in staat moet zijn het sublieme te bereiken, een staat waar de kunst toe leidt. Daarom pleitte hij voor een ‘recht op het sublieme’. Na 40 jaar liberalisme is dat volgens Engelen steeds meer voorbehouden aan hoger opgeleiden. Kinderen lopen wel jaarlijks langs de Nachtwacht maar kunnen door de bezuinigingen op muziekscholen niet zelf meer een instrument spelen.

Democratiseren
Als voorschot op de discussie vatte Lex Bohlmeijer zijn woorden samen. ‘Je zegt: ‘Jullie kunnen leuk lullen, maar er is sprake van grote ongelijkheid en daar moeten we beginnen.’ Corinne Ellemeet, Tweede Kamerlid namens GroenLinks, mocht reageren. ‘Voor veel mensen is de drempel van een museum heel groot. Dat moeten we democratiseren. Je moet dus kijken naar wíe je bereikt en niet hoevéél mensen je bereikt.’ 

Wat kunnen we samen?
Net als Naomi Velissariou drong zij aan op het stellen van vragen. Bij het Stedelijk Museum Schiedam gebeurt dat, vertelde ze. Het museum nodigde mensen van alle verenigingen in de stad uit om een vaandel te maken en daarmee door de stad te lopen. Op die manier kwamen er mensen naar het museum die anders nooit ‘zouden komen. Ellemeet: We moeten niet vragen: ‘Wat is voor jou het sublieme’, dat is een witte vraag. Veel eerder: ‘Wat kunnen we samen?’

Grote versus kleine instellingen
Vanaf het balkon reageerde Yoeri Albrecht, directeur van debatcentrum De Balie op eerdere opmerkingen, ook van Tweede Kamerlid Vera Bergkamp van D66. Ze zou gezegd hebben dat grote instellingen als het Rijksmuseum en het Koninklijk Concertgebouworkest zich wel redden. Albrecht: ‘Laten we dat niet zo doen, we moeten solidair zijn met praalkunst.’ Bergkamp haalde de angel uit dit debat. ‘Het is belangrijk op te komen voor kleinere musea. Wat kunnen grotere musea voor de kleinere doen? Dat heb ik gezegd.’

Wanhoop
Dat deed Dorine Schoon van Platform voor Freelance Musici, opstaan. ‘Het is een misverstand dat het aan de bovenkant gemakkelijk gaat. Ook daar word je onderbetaald en krijg je te horen ‘voor jou tien anderen’.
Er is veel wanhoop in de sector, onderstreepte Peter van den Bunder van de Kunstenbond. ‘Ik wil ervoor waken dat politici en beslissers erover praten en dat de mensen die werken niet worden gehoord.’

Praktische ideeën
Vanuit de zaal kwamen praktische ideeën als ‘maak een website met wat je per uur verdient’ en ‘verenig je om gezamenlijk te onderhandelen over je uurtarief’. Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) riep in herinnering dat de presentator van de De Wereld Draait Door ‘bakken met geld verdient, terwijl het bandje dat optreedt niks krijgt’. VVD’er Antoinette Laan vond ook dat dat niet kon. ‘Er moet meer geld bij.’ Waarna Engelen zich meldde met een retorische vraag: ‘Mag ik het woordje dividendbelasting laten vallen?’

Werk aan de winkel
Wat het debat vooral duidelijk maakte: politici, kunstinstellingen en kunstenaars omarmen de Fair Practice Code. Beter loon naar werken staat overal op de kaart en iedereen ziet de urgentie. ‘Nu is er werk aan de winkel’, concludeerde presentator Bohlmeijer dan ook.

Verslag: Sandra Jongenelen