Nederland is een wereldspeler als het om kunst en cultuur gaat en dat is een grote verworvenheid.*
Dit is het beeld van de sector dat minister Bussemaker wil uitdragen. Het is een ambitie, voor de overheid en de sector. De minister stelt in haar uitgangspuntenbrief ‘Ruimte voor cultuur’ kwaliteit voorop. Zij wil innovatie en profilering aanmoedigen en samenwerking stimuleren. Vandaag stuurde de minister de brief met de uitgangspunten voor het cultuurbeleid in de periode 2017-2020 aan de Tweede Kamer.
De minister heeft 18 miljoen euro vrijgemaakt om enkele van de meest in het oog springende gevolgen van de ingrijpende bezuinigingen van het vorige kabinet te repareren, met name op het gebied van talentontwikkeling, de jeugdgezelschappen, het Tropenmuseum en het Metropole Orkest. Daarnaast vergroot zij de ruimte voor festivals en stimuleert ze meer samenwerking tussen musea en tussen orkesten.
Positief
De culturele sector mag zich gelukkig prijzen met een minister die zo’n inhoudelijke en toekomstgerichte benadering in de cultuursector probeert vorm te geven en ook binnen de zeer beperkte mogelijkheden kans ziet noodzakelijke investeringen te doen. Kunsten ’92 is blij met de herwaardering van beleid dat in eerste instantie uitgaat van inhoudelijke ontwikkelingen en waarbij kunstenaars en instellingen de ruimte krijgen.
Het is goed dat de minister oog heeft voor de brede context waarin cultuur opereert (o.a. educatie, cultuur en toerisme, urban agenda, globalisering en media- ontwikkelingen) en daar beleid op wil ontwikkelen. Dat de minister daarbij nadrukkelijk een nieuw evenwicht zoekt met de grote gemeenten (G9) en met hen wil afstemmen is positief. Samen kunnen de overheden voor een evenwichtig bestel zorg dragen. Heel positief is het behoud van de zelfstandigenaftrek (werd vorige week bekend).
Aandachtspunten
Op een aantal punten bestaan uiteraard nog zorgen. Als de regering haar doelstellingen waar wil maken, dan is er meer ambitie nodig. Kijk dan niet alleen naar de financiën, maar ook naar instrumenten.
De positie van instellingen is uitgehold (wat betreft hun reserves, organisatie en creatief potentieel) en sponsorinkomsten staan onder druk. De enorme bezuinigingen en de daaraan voorafgaande pittige politieke discussies hebben hun sporen getrokken en de gevolgen daarvan zijn overal voelbaar. Meer mogelijkheid tot profilering is in dat verband fijn. Maar dat vraagt ook om een realistische kijk op wat nodig is om als professionele organisatie in een snel veranderende samenleving effectief te opereren. Goed ondernemerschap, het belang van een gezonde arbeidsmarkt en het behoud van goed en aantrekkelijk werkgeverschap zijn daarvoor noodzakelijk, evenals de erkenning dat overheden daarin moeten investeren.
Verdienmogelijkheden voor kunstenaars verdienen meer aandacht.
Op het gebied van cultuureducatie zijn goede stappen gezet, maar een stevigere verankering in het onderwijscurriculum blijft nodig.
Ditzelfde geldt voor talentontwikkeling, innovatie en het bereiken nieuwe publieksgroepen: stappen zijn gezet maar nog onvoldoende; met name bij het Fonds Creatieve Industrie en Mondriaanfonds zijn na 2017 hiaten.
Binnen de afstemming tussen de drie overheidslagen moet worden uitgegaan van een minimaal lokaal aanbod ter plaatse: daar is een lokale culturele infrastructuur nodig, ook in kleinere gemeenten.
Aangezien de minister het geld voor dit alles binnen de begroting moest vinden, zal er van meet af aan spanning in de meerjarenbegroting zitten. Ons creatieve potentieel verdient het om in geïnvesteerd te worden.
Tweede Kamer
De Tweede Kamer organiseert op 17 juni een Hoorzitting met de culturele sector over de brief en op 25 juni vindt het Tweede Kamerdebat over de uitgangspuntenbrief plaats.
BIJLAGEN (links)
Lees bericht op de website van OCW (inclusief het document ‘Culturele Basisinfrastuctuur 2017 – 2020’).
Brief Uitgangspunten cultuurbeleid 2017 – 2020
Klik voor de agenda van de Hoorzitting op 17 juni en voor de agenda van het Tweede Kamerdebat op 25 juni
Een uitgebreide reactie van Kunsten ’92 volgt.
* Quote in Uitgangspuntenbrief van minister Bussemaker, uit Agenda 2020 van Kunsten ’92